Deze toets gaat over C# en .NET Framework en is beschikbaar in het Engels. De kandidaat wordt gevraagd een code te schrijven
voor een bepaald onderwerp. Die code wordt dan uitgevoerd en geanalyseerd. Kerntaken van C# en zijn data types, voorwaardelijke operators, loop, mono multidimensional arrays, exceptions, collections, values en referentie types.
Gedegen kennis van de C# syntax valt hier ook onder. Dagelijkse handelingen en problemen: bestandsbeheer (alleen lezen, kopiëren, map-lijsten), XML bestandsbeheer, gebruik van databases (databases gebruiken en
aanpassen), gebruikelijke termen. Geavanceerde objecten en toegepaste concepten (constructors, attributes, methods and properties, visibility), inheritance (late binding, overriding, interfaces)
and usual patterns (singleton, factory, ...). Elke toets wordt afgesloten met een algoritmische vraag waarvan de moeilijkheidsgraad is afgestemd op de beantwoorde vragen. Met deze vraag wordt niet de kennis
van de taal getoetst maar de capaciteit om met de taal een wiskundig probleem op te lossen.
Per toets of per vraag kan een tijdslimiet worden gekoppeld. Als de tijdslimiet is ingesteld voor de
hele toets dan kan de kandidaat tussen de verschillende onderdelen navigeren
De toetsvragen worden geselecteerd uit een database van ongeveer 60 vragen over de volgende onderwerpen:
C# taal en functies
Toegepaste C# (bestanden, databases...)
C# objects and design
Algoritmen

Demo | Toets |
---|---|
|
|